Heren 1 de bietenbrug op in Brabant

De zon scheen uitbundig de 30e van november. Het was stil en heerlijk herfstweer. Vol goede moed reden we naar het zuiden, naar Zundert om precies te zijn. Uw razende reporter had een middagje vrij en voegde zich bij de mannenhoofdmacht van AVVA om verslag te kunnen doen van de uitwedstrijd bij Cegelec ZUVO. Een niet geheel onbekende tegenstander. Volgens trainer/coach Jaco Verheij een club die hij al jaren tegenkomt. Meestal liep het niet heel best af, daar in het diepe zuiden, zo memoreerde hij voor aanvang van de wedstrijd. Maar vorig jaar toch twee keer winst. Daarbij opgeteld een klinkende uitzege (0-4 winst) bij Volley2B de week ervoor, en een vertrouwensvolle verwachting voor deze wedstrijd was geboren. Maar: het is niet alles goud wat er blinkt. Een vrij machteloos heren 1 moest de punten aan de Brabo’s laten.

De wedstrijd. Daar moet het eerst en vooral over gaan. En onder het motto: de beeldspraak zegt meer dan duizend woorden, vooral wat spreekwoorden deze keer.

De eerste set was zeer rommelig. Op alle fronten kwam men niet aan volleyballen toe. De foutenlast was torenhoog en de heren konden geen vuist maken. De passing was niet goed, slechts zelfs, en ook aanvallend kwam men er niet doorheen. In tegenstelling tot ZUVO waar de aanvallers wel de grond bij AVVA wisten te raken. Al snel stond het 18-7. Heel even gloorde er hoop, en leek AVVA in het eigen spel te komen. Maar het was van korte duur. Aan het einde van de set vond ZUVO een groot gapend gat in het centrum van AVVA’s verdediging en met een paar lepe ballen werd het gevoel van moedeloosheid aan Termeise zijde even flink opgepookt. De setstand was duidelijk: 25-16.

Komt tijd, komt raad. Geen zorgen, geen paniek, vergeten, en volle bak tegen de tweede set aan. Maar dat is makkelijker gezegd, dan gedaan. Ergens hing er een zweem van gelatenheid in de oude sporthal van Zundert die zich maar moeilijk liet verdrijven. Hoewel het in de tweede set lang gelijk op ging, sloeg het onheil aan het einde toe en wisten de heren van AVVA even niet waar Abraham de mosterd haalde: miscommunicatie en misperen tot gevolg. ZUVO voerde de servicedruk flink op en AVVA kon zich daar niet aan ontworstelen: ook de tweede set werd verloren met duidelijke cijfers: 25-18.

Set 3. Goede raad is duur, zo gold voor Jaco Verheij. Wat moet je doen als het over de breedte van het team niet loopt? Nog maar verder wisselen, en een nieuwe samenstelling het veld insturen. Zo lang er leven is, is er hoop zo leek het team uit Termei te beseffen, want in het derde bedrijf begon er iets van afstemming, concentratie en gretigheid zich af tekenen. Vooral onder leiding van routinier Joshua Blokland, de hardwerkende spelverdeler Jacco Jansen en diagonaal Abe Dekkers kwam AVVA stukje bij beetje in een vloeiend spel met servicedruk, een hermetische blokkering en een nadenkend aanvalsoffensief. Maar het was vooral ZUVO dat de weg even kwijt was waardoor AVVA vrij eenvoudig de derde set wist te winnen: 13-25.

Om de middag toch niet geheel in mineur te laten eindigen en een echec te voorkomen, zou de vierde set de beslissende set worden. Voor de neutrale toeschouwer een set vol spanning en daarom plezant om naar te kijken. In beide teams heerste spanning, het spel golfde op en neer en de stand ging gelijk op: 17-17. Maar een zinderende slotfase werd het niet. Scheidsrechtelijk werd AVVA twee keer teruggefloten wegen technische fouten en blokkerend konden de heren het niet dichtlopen (wat eigenlijk heel de wedstrijd al niet lukte), waardoor ZUVO aan het langste eind trok en voor AVVA de wedstrijd in een flinke deceptie eindigde: 25-20. Vier punten voor Brabant, slechts 1 voor de Hollanders.

Vertwijfeld en gelaten stond men te kijken. Het ‘zijn we er toch weer ingetuind’ van Herman Kuiphof spookten door de hoofden. Wat was er gebeurd? Die vraag werd al snel gesteld. Waar lag het aan? Een hele lijst aan verklaringen zou er genoemd kunnen worden: te weinig gif, te weinig concentratie, te weinig vuur, overal een paar stappen te laat, etc. De vragen moeten gesteld worden en het is goed om die vragen na te gaan. Was het overmoed? Was het gemakzucht? Te veel naar de stand gekeken? De unheimisch aandoende jaren zeventig zaal? De ietwat lange reis? De wisselende basisopstelling? Het niet vertrouwd kunnen lurken aan de eigen waterflessen? Van alles wat waarschijnlijk.
Kort en goed zou je het geheel een ordinaire offday kunnen noemen. Een black-out in Brabant. Het liep niet, zowel individueel als collectief. Zo lopen de hazen.

In ieder geval kan men aanstaande zaterdag de kater wegspoelen. Thuis tegen Fusion. Gewoonweg er weer volle bak tegenaan!