Waar waren we gebleven met heren 1? Het is alweer even geleden dat uw razende reporter achter zijn ratelde typemachine is gekropen om u op de hoogte te houden van de wederwaardigheden van de mannenhoofdmacht van AVVA. Terwijl er aan het Termeise front genoeg gebeurde. Hoog tijd dus voor een nieuw verslag waarin we een aantal wedstrijden bij de hoorns vatten. Waar staan de mannen van heren 1?
Vlak voor de winter was er de lastige uitwedstrijd, ergens laat op vrijdagavond, bij OKK; een stel jongens, blozend, met gel besmeerde stekeltjes, die nog aardig kunnen volleyballen ook. Men kwam met 2-0 voor in sets, maar was het daarna even helemaal kwijt. Ten langen leste ontsnapte AVVA aan een nederlaag en wist met 3-2 te winnen. De winterstop volgde. De eerste seizoenshelft was niet onverdienstelijk verlopen: veel punten behaald, de derby tegen WIK glansrijk gewonnen en prachtige potjes gespeeld van hoogstaand niveau, zoals de uitwedstrijd tegen Volley2B. Maar de ploeg was ook kwetsbaar gebleken, zoals bleek diep in het zuiden bij Cegelec ZUVO.
De eerste wedstrijd in het nieuwe jaar was in de volleybalhoofdstad van de Lage Landen: Sliedrecht. Uw verslaggever moest die avond zelf volleyballen, maar begreep later uit zeer betrouwbare bron dat de ploeg van trainer/coach Jaco Verheij pas halverwege de wedstrijd ontwaakte uit zijn winterslaap en schrok zich toen rot van de 2-0 achterstand. Haastig werd de motor gestart, en bijna kwam men langszij. Maar helaas, de 4e set werd ternauwernood in het voordeel van de baggeraars beslecht: 30-28. Een eerste verliespot dus in het nieuwe jaar, maar tegen de goed volleyballende ploeg van Sliedrecht Spot absoluut geen schande.
Het laatste woord van de vorige zin is eigenlijk de samenvatting van de wedstrijd AVVA HS 1 – ROWI HS 1, die een week later volgde. Het is een lelijk woord, en daarom als beschrijving raak voor een lelijke wedstrijd. Spelverdeler Jacco Jansen drukte mij op het hart: ‘je kunt het kort houden’. Kort en daarom als verslag een aantal steekwoorden voor de vertoning van het spel van heren 1: blamage, miserabel, gezichtsverlies, negatieve energie, dromenland, labbekakkerig, en dit alles omgeven door een bureaucratisch fluitende scheidsrechter duo die, om heren 2 speler Olaf Bikker te citeren, absoluut ‘zijn bril niet aan had staan’. Het resulteerde in een volleybal onwaardige avond met 3-1 (zegge drie-één) verlies en die wat mij betreft, nadat er lering uit getrokken is, opgeborgen kan worden in de vergeet-la van het geheugen.
Dat het allemaal anders kon, bleek afgelopen zaterdag. Het was in veel opzichten het tegenovergestelde van de week erover. Men trad, opnieuw thuis, aan de tegen Volley2B. Er stroomde weer positieve energie door de aderen, een ferme wil om te vechten voor elke bal, elkaar aan te moedigen en te strijden tot het laatste punt. Er was weer enthousiasme en kleur op te wangen, iets wat ten opzichte van het lijkbleke gelaat van de week ervoor het meeste opviel. Enthousiasme, gewoon lekker willen volleyballen en dan kijken waar het schip strand. Toch één van de basisprincipes lijkt me in het volleybalspel, ook als het allemaal wat minder gaat. Want dat het allemaal wat moeizaam gaat in deze fase van het seizoen is ook voor het ongeoefende oog waar te nemen: de vorm is gewoon wat minder, de ziekenboeg zit aardig vol en – hier komt het onvolprezen cliché – het seizoen is lang.
Dan de wedstrijd. Die begon de Termeise equipe, met Daniël Zweeren als libero in de basis, voortvarend. Volley2B (V2B) had het vizier niet scherp staan en vooral aan de hand van diagonaalspeler Abe Dekkers werd er een gat geslagen: 16-8. De coach van V2B begon driftig te wisselen, maar het mocht niet baten. Met heel aardig spel trokken de heren van AVVA de eerste set naar zich toe: 25-18.
In de tweede set was het allemaal precies omgedraaid. V2B had het vizier nu een stuk scherper staan. In de beginfase was het spel nog voor heren 1, er was een voorsprong, en de afstemming met spelverdeler Jonathan het Lam was alleraardigst. Het ging gelijk op: 12-13. Daarna ging het qua spel snel bergafwaarts. De pass lag op de net-rand of erover, verdedigend kon men de harde en goedgeplaatste aanvallen van V2B niet bolwerken en zelf kwam men niet tot een vloeiend aanvalsspel. V2B plukte de punten als rijpe appelen: 15-25.
De derde set is het meest exemplarisch voor de gehele wedstrijd. De ploegen waren aan elkaar gewaagd, er werd aan beide kanten hard gewerkt maar aan het net was V2B iets krachtiger en zuiverder, vooral via een veel aangespeelde en veel scorende diagonaalspeler. Tijdens de gehele derde set was er een gaatje van twee punten in het voordeel van V2B. Zo bewoog men zich naar het einde van de set die verloren ging met 21-25.
Het was een dag der vijfsetters zo vertelde vader Van den Berg mij voor aanvang van de wedstijd. Veel AVVA-teams hadden die dag zich door vele sets geworsteld. Eerder berichte ik u al over de profetische gaven van vader Van den Berg. En ik koesterde de hoop dat ook nu zijn uitspraak waarheid zou worden nu de mannenhoofdmacht met 1-2 achterstond. Maar V2B ging verder waarmee het in de derde set was begonnen: servicedruk, aanvalsdruk en blokkerend druk in de weer. AVVA speelde heel behoorlijk gezien de omstandigheden, met strijdlust en ijver, maar moest eenvoudigweg zijn meerdere erkennen in V2B. Ook nu weer was er een gaatje van twee á drie punten en aan het einde van de set moesten de heren zich gewonnen geven: 18-25.
Heren 1 zit in een kleine winterdip. Niet meer en niet minder. Er zijn natuurlijk drie verliespartijen op rij. Maar belangrijker is dat er in de laatste wedstrijd er een hernieuwd team te zien was. Dan komt de vorm vanzelf terug en de punten ook. Misschien passen de geparafraseerde woorden van Winston Churchill (waar Jaco Verheij zonder overdrijving karakterologisch toch wel wat van weg heeft) het beste: in moeilijke tijden vastberadenheid, in de nederlaag trots, in de overwinning grootmoedigheid en doordeweeks van goede wille.